Hoe te handelen bij storingen?

Natuurlijk kunt u zelf al een aantal punten nagaan die zouden kunnen wijzen op het uitvallen van uw ketel of geiser. Hieronder vind u een opsomming van punten die u het beste kunt controleren vóór u de storingsdienst belt. Op die manier kan de dienstdoende monteur u vlugger helpen, en zit u minder snel in de kou.

  1. Krijgt het toestel gas? Staat de gaskraan open?
    Als er in de meterkast of op straat aan de gasleiding is gewerkt kan het gebeuren dat u tijdelijk geen gas heeft.

  2. Krijgt het toestel stroom? Zit de stekker goed in het stopcontact?
    Controleer eventueel de aardlek en de stoppen in de meterkast.

  3. Heeft uw toestel een waakvlam?
    Zo ja, brandt deze? Als uw toestel een waakvlam heeft die niet brandt moet u onmiddelijk de storingenlijn bellen.

  4. Heeft uw toestel een resetknop?
    Éen keer het toestel resetten.

  5. Staat de thermostaat in de kamer hoog genoeg?
    Zet deze een keer zo hoog mogelijk.

  6. Heeft de installatie voldoende druk?
    Als de druk op de installatie lager is dan 1.3 bar moet u de installatie bijvullen.

  7. Staan er voldoende radiatoren open? 

  8. Hoort u borrelende geluiden in de installatie?
    Waarschijnlijk zit er lucht in de installatie. Installatie ontluchten en indien nodig bijvullen.

  9. Heeft u alleen storing bij warmwatergebruik?
    Controleer op kalk in de kraan of douchekop.

  10. Heeft u een druppelende kraan?
    Een druppelende warmwaterkraan kan ervoor zorgen dat de verwarming niet meer werkt.

Als de druk van de installatie beneden 1,3 bar is moet u bijvullen. Nieuwe installaties moeten een paar keer per jaar bijgevuld worden.
Als bij oudere installaties drukverlies optreedt kan er iets aan de hand zijn.

Het vullen van een cv installatie
  • Circulatiepomp stilzetten
  • Stekker uit de wandcontactdoos halen en cv ketel laten afkoelen
  • Installatie aansluiten op de waterleiding d.m.v. de bijgeleverde vulslang
  • De slang aan de vul- en aftapkraan koppelen
  • Vul de slang met water zodat de lucht die in de slang zit niet in de installatie wordt gebracht
  • Na het vullen de radiatoren ontluchten
    M.b.v. het bijgeleverde ontluchtingssleuteltje. Dit bevindt zich bovenop de radiatoren.
    Open de hoogste punten in de installatie
    Zodat de resterende lucht kan ontsnappen
    Als de betreffende radiator vul is zal het kraantje gaan spuiten. Sluit hierna het kraantje.
  • Als de installatie ontlucht is laat u de waterdruk in de installatie oplopen tot 2 bar.
    Dit kunt u aflezen op de aangebrachte manometer, welke zich bevindt in de buurt van het vulpunt.
  • Als de betreffende druk bereikt is sluit u eerst de waterkraan en daarna de vulkraan.
    Vervolgens koppelt u de slang af.
Als u bovenstaande controles heeft uitgevoerd en uw storing niet is verholpen komen wij u graag helpen.

Bel onderstaand nummer voor de storingenlijn.

043-4083700

Tijdens kantooruren kunnen wij u direct persoonlijk te woord staan.
Buiten kantooruren wordt u doorverbonden met onze dienstdoende monteur.
Indien de monteur niet in de gelegenheid is om u direct te woord te staan kunt u een boodschap inspreken.
De monteur belt u dan zo spoedig mogelijk terug.